Recensie
Recensie Netflix-serie 'Vikings: Valhalla'
Imposante sets, kostuums, wapens en schepen, maar Ragnar Lothbrok en zijn strijdmakkers worden node gemist.
Regie: Steve Saint Leger, Jeb Stuart | Cast: Sam Corlett (Leif Eriksson), Frida Gustavsson (Freydis Eriksdotter), Leo Suter (Harald Sigurdsson), Laura Berlin (Emma of Normandy), Jóhannes Haukur Jóhannesson (Olaf Haraldsson), e.a. | Afleveringen: 8 | Speelduur: 44-59 minuten | Jaar: 2022
Even wennen is het wel, zo'n nieuw clubje Vikingen. In de eerste aflevering van Vikings: Valhalla varen ze de haven binnen van het fictieve stadje Kattegat, de uitvalsbasis van de Noormannen en -vrouwen. De imposante sets, kostuums, wapens en schepen ogen nog steeds hetzelfde, maar Ragnar Lothbrok en zijn strijdmakkers worden node gemist.
Er is een eeuw verstreken, dus vanzelfsprekend zijn de sterfelijke helden en heldinnen uit de populaire serie Vikings inmiddels niet meer in leven. Wel heeft Ragnar in de loop der jaren een mythische status verworven onder zijn nazaten. Voorafgaand aan de strijd brullen de bruuske baardmannen af en toe zijn naam, bij wijze van inspiratie en ophitsing.
Vikings: Valhalla is in vergelijking met de hoofdserie opvallend rechtlijnig van aard. Meervoudige wraakmissies vormen het uitgangspunt in deze spin-off-serie. Zo trommelt koning Knoet de Grote een enorm leger op, om alle Vikingbroeders te wreken die op Sint Brixius-dag werden afgeslacht. Daarnaast komen Leif Eriksson en Freydis Eriksdotter (respectievelijk de zoon en dochter van de legendarische Erik de Rode) helemaal vanuit Groenland naar Noorwegen gevaren om wraak te nemen op een christelijke smeerlap. En dan zet ook een godsdienstwaanzinnige nog alles op alles om te achterhalen wie zijn handlangers heeft vermoord. Reken vooral niet op genade.
Onderling rammelen de verhoudingen ook stevig. De ingescheepte Vikingen die naar Engeland vertrekken vallen uiteen in twee moeilijk te verenigen kampen: christenen en heidenen. Jammer genoeg blijft de theologische strijd tussen beide groepen beperkt tot wat platte verwijtjes hier en daar. Er lijkt nauwelijks nog interesse voor de invulling die de ander aan zijn of haar geloof geeft, en dat was nou juist een van de zaken die de vorige serie zo boeiend maakte.
Misschien valt dat gebrek toe te schrijven aan het feit dat Michael Hirst zich als scenarist wat meer heeft teruggetrokken. Voor de oorspronkelijke serie schreef hij maar liefst alle negenentachtig afleveringen, maar nu staat hij slechts tweemaal als scenarist op de aftiteling vermeld. Bovendien is het Vikings-universum dit keer niet primair toegespitst op de kijkers van History Channel maar op die van Netflix. Wellicht heeft de algehele toonverandering dus ook daarmee te maken.
Het is even zoeken, maar na een paar afleveringen weet Vikings: Valhalla gelukkig voldoende eigenheid aan de dag te leggen om zijn bestaansrecht te rechtvaardigen. De verhaallijnen van Leif Eriksson (die naar verluidt eerder dan Columbus voet op Amerikaanse bodem zette) en Freydis Eriksdotter (voor wie mogelijk een profetische toekomst is weggelegd) maken nieuwsgierig naar meer. Ook Knoet ontpopt zich gaandeweg tot een zeer charismatische figuur, die op hilarische wijze de spot drijft met de snotneuskoning van Engeland.
De serie is bovendien opgehangen aan twee epische veldslagen: een in aflevering vier en een in aflevering acht. Vooral de sequentie waarin twee legers lijnrecht tegenover elkaar komen te staan op een brug is spectaculair en getuigt van een gehaaid militair inzicht. Vanaf dat moment komt er tevens wat meer versnelling in de verhaallijnen, wat de kijkervaring alleen maar ten goede komt.
Dat scenarist-regisseur Jeb Stuart daarbij soms een loopje met de geschiedenis neemt, is hem wel vergeven. Het najagen van een hoge entertainmentfactor is immers ook wat waard. Maar je kan natuurlijk te ver gaan met het projecteren van je fantasieën: een zwarte Afrikaanse vrouw op een Vikingtroon plaatsen en verwachten dat de kijker daar klakkeloos in meegaat, is behoorlijk naïef.
Zo'n keuze riekt naar een geforceerde poging om representanten van een ondervertegenwoordigde groep dan ook maar een podium te geven. Normaliter is daar niets mis mee, maar de zwarte Estrid Haakon is losjes gebaseerd op een witte Vikingleider en zo'n vorm van 'blackwashing' stuit hier wel enigszins tegen de borst. Dan kun je als seriemaker nog zo hard roepen dat de Vikingcultuur in die betreffende tijd een enorme verscheidenheid aan rassen kende – van een zwarte 'Jarl' is voor zover bekend nooit melding gemaakt. Geloofwaardigheid wordt zodoende geofferd op het woke-altaar.
Is dat reden genoeg om Vikings: Valhalla dan maar in zijn geheel te skippen? Zeker niet. De serie verdient op zijn minst de kans om zijn nieuwe helden en heldinnen voor het oog van de kijker te laten ontkiemen tot legendes. Of iemand ooit in de buurt van de heroïsche Ragnar Lothbrok zal komen, valt te bezien, maar de eerste zaadjes zijn in elk geval geplant.
Vikings: Valhalla is te zien bij Netflix.
Even wennen is het wel, zo'n nieuw clubje Vikingen. In de eerste aflevering van Vikings: Valhalla varen ze de haven binnen van het fictieve stadje Kattegat, de uitvalsbasis van de Noormannen en -vrouwen. De imposante sets, kostuums, wapens en schepen ogen nog steeds hetzelfde, maar Ragnar Lothbrok en zijn strijdmakkers worden node gemist.
Er is een eeuw verstreken, dus vanzelfsprekend zijn de sterfelijke helden en heldinnen uit de populaire serie Vikings inmiddels niet meer in leven. Wel heeft Ragnar in de loop der jaren een mythische status verworven onder zijn nazaten. Voorafgaand aan de strijd brullen de bruuske baardmannen af en toe zijn naam, bij wijze van inspiratie en ophitsing.
Vikings: Valhalla is in vergelijking met de hoofdserie opvallend rechtlijnig van aard. Meervoudige wraakmissies vormen het uitgangspunt in deze spin-off-serie. Zo trommelt koning Knoet de Grote een enorm leger op, om alle Vikingbroeders te wreken die op Sint Brixius-dag werden afgeslacht. Daarnaast komen Leif Eriksson en Freydis Eriksdotter (respectievelijk de zoon en dochter van de legendarische Erik de Rode) helemaal vanuit Groenland naar Noorwegen gevaren om wraak te nemen op een christelijke smeerlap. En dan zet ook een godsdienstwaanzinnige nog alles op alles om te achterhalen wie zijn handlangers heeft vermoord. Reken vooral niet op genade.
Onderling rammelen de verhoudingen ook stevig. De ingescheepte Vikingen die naar Engeland vertrekken vallen uiteen in twee moeilijk te verenigen kampen: christenen en heidenen. Jammer genoeg blijft de theologische strijd tussen beide groepen beperkt tot wat platte verwijtjes hier en daar. Er lijkt nauwelijks nog interesse voor de invulling die de ander aan zijn of haar geloof geeft, en dat was nou juist een van de zaken die de vorige serie zo boeiend maakte.
Gerelateerd nieuws
Misschien valt dat gebrek toe te schrijven aan het feit dat Michael Hirst zich als scenarist wat meer heeft teruggetrokken. Voor de oorspronkelijke serie schreef hij maar liefst alle negenentachtig afleveringen, maar nu staat hij slechts tweemaal als scenarist op de aftiteling vermeld. Bovendien is het Vikings-universum dit keer niet primair toegespitst op de kijkers van History Channel maar op die van Netflix. Wellicht heeft de algehele toonverandering dus ook daarmee te maken.
Het is even zoeken, maar na een paar afleveringen weet Vikings: Valhalla gelukkig voldoende eigenheid aan de dag te leggen om zijn bestaansrecht te rechtvaardigen. De verhaallijnen van Leif Eriksson (die naar verluidt eerder dan Columbus voet op Amerikaanse bodem zette) en Freydis Eriksdotter (voor wie mogelijk een profetische toekomst is weggelegd) maken nieuwsgierig naar meer. Ook Knoet ontpopt zich gaandeweg tot een zeer charismatische figuur, die op hilarische wijze de spot drijft met de snotneuskoning van Engeland.
De serie is bovendien opgehangen aan twee epische veldslagen: een in aflevering vier en een in aflevering acht. Vooral de sequentie waarin twee legers lijnrecht tegenover elkaar komen te staan op een brug is spectaculair en getuigt van een gehaaid militair inzicht. Vanaf dat moment komt er tevens wat meer versnelling in de verhaallijnen, wat de kijkervaring alleen maar ten goede komt.
Dat scenarist-regisseur Jeb Stuart daarbij soms een loopje met de geschiedenis neemt, is hem wel vergeven. Het najagen van een hoge entertainmentfactor is immers ook wat waard. Maar je kan natuurlijk te ver gaan met het projecteren van je fantasieën: een zwarte Afrikaanse vrouw op een Vikingtroon plaatsen en verwachten dat de kijker daar klakkeloos in meegaat, is behoorlijk naïef.
Zo'n keuze riekt naar een geforceerde poging om representanten van een ondervertegenwoordigde groep dan ook maar een podium te geven. Normaliter is daar niets mis mee, maar de zwarte Estrid Haakon is losjes gebaseerd op een witte Vikingleider en zo'n vorm van 'blackwashing' stuit hier wel enigszins tegen de borst. Dan kun je als seriemaker nog zo hard roepen dat de Vikingcultuur in die betreffende tijd een enorme verscheidenheid aan rassen kende – van een zwarte 'Jarl' is voor zover bekend nooit melding gemaakt. Geloofwaardigheid wordt zodoende geofferd op het woke-altaar.
Is dat reden genoeg om Vikings: Valhalla dan maar in zijn geheel te skippen? Zeker niet. De serie verdient op zijn minst de kans om zijn nieuwe helden en heldinnen voor het oog van de kijker te laten ontkiemen tot legendes. Of iemand ooit in de buurt van de heroïsche Ragnar Lothbrok zal komen, valt te bezien, maar de eerste zaadjes zijn in elk geval geplant.
Vikings: Valhalla is te zien bij Netflix.
Interesse om voor ons te komen schrijven? Wij zijn op zoek naar freelance redacteuren.