Recensie
Recensie Netflix-serie 'Tour de France: Au Cœur du Peloton'
De wielersport geeft zijn visitekaartje af met een spectaculair, maar iets té gedramatiseerd verslag van de grootste wielerwedstrijd ter wereld.
Regie: Jamie Batten | Afleveringen: 8 | Speelduur: 34-49 minuten | Jaar: 2023
Documentaires over de wielersport zijn al een tijdje in de mode en nu is er dan ook een flitsende serie over de grootste wielerwedstrijd ter wereld. Wielerliefhebbers zullen gretig inschakelen, maar de sensationele beelden in Tour de France: Au Cœur du Peloton dienen in de eerste plaats om via Netflix een nieuw publiek aan te spreken. Voor de gelegenheid verleenden een paar van de grootste profploegen hun medewerking, wat ondanks de oppervlakkige opzet wat boeiende inkijkjes oplevert.
INEOS Grenadiers, EF Education-EasyPost, Team Jumbo-Visma; werp een blik op de samenstelling van het wielerpeloton en je struikelt over de sponsormerken. Je ziet ze het hele jaar door, op de flinterdunne truitjes, de fietsframes, de bidons en de teambussen. Toch is er grof gezegd één wedstrijd die bepaalt of de ploegen volgend jaar nog steeds zo heten. De Tour de France staat in elke teamagenda rood omcirkeld en de beste klimmers van het peloton rusten pas als ze in de gele trui kunnen thuiskomen.
De wedstrijdorganisatie en de deelnemende profploegen hebben een goed jaar uitgekozen om een visitekaartje van de wielersport af te geven. De Tour de France van vorige zomer stond bol van de opvallende koersontwikkelingen: een jonge, verlegen Deen (Jonas Vingegaard) weerhield de absolute topfavoriet (Tadej Pogačar) van de eindwinst, de koers werd als vanouds ontsierd door valpartijen en een mountainbiker met doodsverachting (Thomas Pidcock) reed zo hard van een berg af dat de andere renners eruitzagen als een stel amateurs.
Tour de France: Au Cœur du Peloton is zo opgezet dat elk van de acht afleveringen met bijpassende ploegen en renners een specifieke dimensie van de wedstrijd belicht. Zo is er een aflevering over twee Franse ploegen die zich vooral op de kaart willen zetten in eigen land en een over de grillen van een fanatieke sprinter (Jasper Philipsen). De documentaire laat goed zien hoe de verschillende ploegen tijdens een etappe botsende belangen verdedigen en zelfs binnen een ploeg kunnen er lastig oplosbare spanningen ontstaan.
Het Nederlandse team Jumbo-Visma had drie weken lang te maken met een luxeprobleem. Jonas Vingegaard, de uiteindelijke eindwinnaar, reed in dezelfde ploeg als Wout van Aert, nog steeds de meest complete renner ter wereld. Van Aert wist zich op indrukwekkende wijze te verzekeren van de groene trui (in de regel gewonnen door de beste sprinter), maar moest zich in opdracht van de ploegleiding ook opofferen voor de belangen van zijn teamgenoot.
Beelden van achter de schermen laten zien dat de doorgaans bescheiden Belg meermaals opkwam voor zijn eigen belangen. Dat neemt alleen niet weg dat hij op beslissende momenten alsnog onmisbaar was voor eindwinnaar Vingegaard. In de laatste aflevering wordt dit gelukkig goed zichtbaar, maar daar gaat een eerdere aflevering aan vooraf waarin de nadruk ligt op de ambities van Van Aert en de onvrede van Vingegaard. We horen precies de commentaren die de luxeknecht onsympathiek doen overkomen ten opzichte van de leider.
Zoek je hierin een stukje relativering, dan ben je beter af met All-In: Team Jumbo-Visma, een meer diepgravende documentaire die dit voorjaar voorscheen. Au Cœur du Peloton is minstens zo vermakelijk, maar de afleveringen zijn vluchtiger, met drukke muziek en een overvolle agenda van foeterende ploegbazen en wedstrijdfragmenten. Acht ploegen dingen mee naar een momentje in de schijnwerpers (waarvoor ze ook aardig wat uitgekeerd krijgen) en de springerige montage staat het niet toe om de wedstrijd langere tijd door dezelfde lens te bekijken.
De nadruk op conflict en sensatie is tekenend voor een serie die zieltjes voor de sport wil winnen en daarbij de verhoudingen tussen ploegen en renners bewust wat op scherp zet. Dezelfde kritiek klinkt de laatste paar seizoenen ook steeds sterker door in reacties op Formule 1: Drive to Survive, Netflix' vergelijkbare visitekaartje voor de autosport. Dat de makers wat te kort door de bocht sturen betekent overigens niet dat de sporters elkaar in werkelijkheid zoetjes naar de mond praten: het probleem is eerder dat de makers niet de moeite nemen om hun onderlinge verhoudingen tactvol te belichten.
Voor trouwe wielerliefhebbers is de overdaad aan drama flauw gezichtsbedrog (het drama voltrekt zich wel, maar meer gedoseerd), maar als Au Cœur du Peloton een nieuw publiek enthousiasmeert is dat ook wat waard; er zijn namelijk weinig sporten die sterker worstelen met het imago 'saai' dan wielrennen. Deze documentaire heeft door zijn hang naar een doelgroep zeker zijn tekortkomingen, maar saai is de serie zeker niet. Je kunt ervan op aan dat dat laatste volgende maand ook weer geldt voor de Tour.
Tour de France: Au Cœur du Peloton is te zien bij Netflix.
Documentaires over de wielersport zijn al een tijdje in de mode en nu is er dan ook een flitsende serie over de grootste wielerwedstrijd ter wereld. Wielerliefhebbers zullen gretig inschakelen, maar de sensationele beelden in Tour de France: Au Cœur du Peloton dienen in de eerste plaats om via Netflix een nieuw publiek aan te spreken. Voor de gelegenheid verleenden een paar van de grootste profploegen hun medewerking, wat ondanks de oppervlakkige opzet wat boeiende inkijkjes oplevert.
INEOS Grenadiers, EF Education-EasyPost, Team Jumbo-Visma; werp een blik op de samenstelling van het wielerpeloton en je struikelt over de sponsormerken. Je ziet ze het hele jaar door, op de flinterdunne truitjes, de fietsframes, de bidons en de teambussen. Toch is er grof gezegd één wedstrijd die bepaalt of de ploegen volgend jaar nog steeds zo heten. De Tour de France staat in elke teamagenda rood omcirkeld en de beste klimmers van het peloton rusten pas als ze in de gele trui kunnen thuiskomen.
De wedstrijdorganisatie en de deelnemende profploegen hebben een goed jaar uitgekozen om een visitekaartje van de wielersport af te geven. De Tour de France van vorige zomer stond bol van de opvallende koersontwikkelingen: een jonge, verlegen Deen (Jonas Vingegaard) weerhield de absolute topfavoriet (Tadej Pogačar) van de eindwinst, de koers werd als vanouds ontsierd door valpartijen en een mountainbiker met doodsverachting (Thomas Pidcock) reed zo hard van een berg af dat de andere renners eruitzagen als een stel amateurs.
Tour de France: Au Cœur du Peloton is zo opgezet dat elk van de acht afleveringen met bijpassende ploegen en renners een specifieke dimensie van de wedstrijd belicht. Zo is er een aflevering over twee Franse ploegen die zich vooral op de kaart willen zetten in eigen land en een over de grillen van een fanatieke sprinter (Jasper Philipsen). De documentaire laat goed zien hoe de verschillende ploegen tijdens een etappe botsende belangen verdedigen en zelfs binnen een ploeg kunnen er lastig oplosbare spanningen ontstaan.
Gerelateerd nieuws
Het Nederlandse team Jumbo-Visma had drie weken lang te maken met een luxeprobleem. Jonas Vingegaard, de uiteindelijke eindwinnaar, reed in dezelfde ploeg als Wout van Aert, nog steeds de meest complete renner ter wereld. Van Aert wist zich op indrukwekkende wijze te verzekeren van de groene trui (in de regel gewonnen door de beste sprinter), maar moest zich in opdracht van de ploegleiding ook opofferen voor de belangen van zijn teamgenoot.
Beelden van achter de schermen laten zien dat de doorgaans bescheiden Belg meermaals opkwam voor zijn eigen belangen. Dat neemt alleen niet weg dat hij op beslissende momenten alsnog onmisbaar was voor eindwinnaar Vingegaard. In de laatste aflevering wordt dit gelukkig goed zichtbaar, maar daar gaat een eerdere aflevering aan vooraf waarin de nadruk ligt op de ambities van Van Aert en de onvrede van Vingegaard. We horen precies de commentaren die de luxeknecht onsympathiek doen overkomen ten opzichte van de leider.
Zoek je hierin een stukje relativering, dan ben je beter af met All-In: Team Jumbo-Visma, een meer diepgravende documentaire die dit voorjaar voorscheen. Au Cœur du Peloton is minstens zo vermakelijk, maar de afleveringen zijn vluchtiger, met drukke muziek en een overvolle agenda van foeterende ploegbazen en wedstrijdfragmenten. Acht ploegen dingen mee naar een momentje in de schijnwerpers (waarvoor ze ook aardig wat uitgekeerd krijgen) en de springerige montage staat het niet toe om de wedstrijd langere tijd door dezelfde lens te bekijken.
De nadruk op conflict en sensatie is tekenend voor een serie die zieltjes voor de sport wil winnen en daarbij de verhoudingen tussen ploegen en renners bewust wat op scherp zet. Dezelfde kritiek klinkt de laatste paar seizoenen ook steeds sterker door in reacties op Formule 1: Drive to Survive, Netflix' vergelijkbare visitekaartje voor de autosport. Dat de makers wat te kort door de bocht sturen betekent overigens niet dat de sporters elkaar in werkelijkheid zoetjes naar de mond praten: het probleem is eerder dat de makers niet de moeite nemen om hun onderlinge verhoudingen tactvol te belichten.
Voor trouwe wielerliefhebbers is de overdaad aan drama flauw gezichtsbedrog (het drama voltrekt zich wel, maar meer gedoseerd), maar als Au Cœur du Peloton een nieuw publiek enthousiasmeert is dat ook wat waard; er zijn namelijk weinig sporten die sterker worstelen met het imago 'saai' dan wielrennen. Deze documentaire heeft door zijn hang naar een doelgroep zeker zijn tekortkomingen, maar saai is de serie zeker niet. Je kunt ervan op aan dat dat laatste volgende maand ook weer geldt voor de Tour.
Tour de France: Au Cœur du Peloton is te zien bij Netflix.
Interesse om voor ons te komen schrijven? Wij zijn op zoek naar freelance redacteuren.