Recensie
'The Decameron': Boccaccio-loze Netflix-content
Deze onbeholpen klucht met een overdaad aan soapdrama misbruikt de naam van een klassiek literair werk.
Regie: Michael Uppendahl, Andrew DeYoung, Anya Adams | Cast: Leila Farzad (Stratilia), Lou Gala (Neifile), Karan Gill (Panfilo), Tony Hale (Sirisco), Saoirse-Monica Jackson (Misia), Zosia Mamet (Pampinea), Douggie McMeekin (Tindaro), Jessica Plummer (Filomena), Tanya Reynolds (Licisca), e.a. | Afleveringen: 8 | Speelduur: 48-60 minuten | Jaar: 2024
Zowel de begintitels als de aftiteling van The Decameron vermelden Giovanni Boccaccio niet als inspirator. Dat voelt lelijk, al heeft deze serie weinig van doen met diens beroemde middeleeuwse collectie van korte verhalen met dezelfde titel. Met uitzondering dan van het prille begin, waarin een groep edelen met hun bedienden het door de pest getroffen Florence verruilt voor een verblijf in Villa Santa, uitgenodigd door een niet-aanwezige edelman. In plaats van elkaar verhalen te vertellen, houden ze zich bezig met komisch bedoeld geruzie rondom valse identiteiten en klassenverschillen. Maar waar blijft de gastheer?
Doordat de makers niet eens alle namen van de oorspronkelijke tien personages gebruiken, doet het behouden van de titel de wenkbrauwen fronsen. Die titel verwijst namelijk naar tien dagen, terwijl de gebeurtenissen in de serie zich gedurende een veel langere tijd afspelen. En ze hebben sowieso niets van doen met Boccaccio's verhalen. Pier Paolo Pasolini faalde al in de verfilming daarvan door te lomp te werk te gaan, maar deze Netflix-content voelt al helemaal onbeholpen. De sfeer lijkt in geen enkel opzicht op die van de zogenaamde inspiratiebron.
Boccaccio's verhalen etaleren een grote weelde, levenslust en speelsheid. Ze zetten de mensheid neer als klunzige dieren en ja, zijn helaas te vaak ook misogyn geladen. Maar de serie gaat in plaats van humane komedie (een bekende bijnaam van het werk) meer voor ruwe grappenmakerij, voorzien van soapdrama wanneer willekeurige personages met elkaar in bed duiken. In plaats van de vrouwonvriendelijkheid van het bronmateriaal te confronteren, komt de platte schavuit Ruggiero als didactische karikatuur het landhuis onveilig maken. Zijn gedrag komt echter vooral geforceerd over.
Ruggiero's gekunstelde Italiaanse accent vormt een van de weinige herinneringen dat het geheel zich zou moeten afspelen in het middeleeuwse Toscane. Villa Santa komt namelijk meer over als het Britse Saltburn, maar dan met een overdaad aan kaarsen en vuurschalen in plaats van elektrisch licht. Welke van de vier bedienden de hele dag bezig is door het gebouw te lopen om alles aan te steken, blijft echter onbelicht, noch waar al dat verse voedsel steeds vandaan komt. Of hoe mensen kunnen ademhalen als ze met een fakkel door een dichte ruimte lopen.
Wat deze onrealistische aspecten mogelijk zou kunnen vergeven, is de kluchtige opzet en de vele abrupte wendingen die personages tegen hun karakter in afdwingen. Zosia Mamet (Girls) en Tony Hale (Arrested Development), als respectievelijk de verwende edelvrouw Pampinea en de manische hofmeester Sirisco, vallen in ieder geval op in hun krampachtige pogingen tot schertsvertoningen. Maar opeens kennen de typetjes ook beslommeringen en volgt na een enkele grap weer ellenlang drama, dat vals aanvoelt door alle inconsistentie. Zo moet de seksuele bevrijding van de vrome Neifile leiden tot zowel humor als sentimenteel drama met haar man Panfilo.
Daarbij vertoont de regie weinig gevoel voor verteltijd of het positioneren van de acteurs. De groep staat vaak als samengeraapt zooitje rond elkaar, terwijl de villa en de omgeving zo scherp in beeld komen als een influencer die voor sociale media zou opnemen. Verder doen ook de eclectische muziekkeuzes (Type O Negative, Pet Shop Boys) afbreuk aan het middeleeuwse uitgangspunt. In een opzichtige knipoog naar de coronapandemie krijgt de pest af en toe wat aandacht, met een domme verwijzing naar mondneusmaskers wanneer dokters met bloemetjes in de neus rondlopen.
Uiteindelijk komt er maar een willekeurige vijand de villa bedreigen, want de groep edelen en bedienden zelf kent te weinig aanknopingspunten voor zowel duistere komedie als drama. Hoe Boccaccio dit alles heeft geïnspireerd blijft een raadsel. Laten we hopen dat Netflix in de jacht op content de superieure eeuwenoude literatuur van Chaucer, Cervantes en Rabelais met rust laat.
The Decameron is te zien bij Netflix.
Zowel de begintitels als de aftiteling van The Decameron vermelden Giovanni Boccaccio niet als inspirator. Dat voelt lelijk, al heeft deze serie weinig van doen met diens beroemde middeleeuwse collectie van korte verhalen met dezelfde titel. Met uitzondering dan van het prille begin, waarin een groep edelen met hun bedienden het door de pest getroffen Florence verruilt voor een verblijf in Villa Santa, uitgenodigd door een niet-aanwezige edelman. In plaats van elkaar verhalen te vertellen, houden ze zich bezig met komisch bedoeld geruzie rondom valse identiteiten en klassenverschillen. Maar waar blijft de gastheer?
Doordat de makers niet eens alle namen van de oorspronkelijke tien personages gebruiken, doet het behouden van de titel de wenkbrauwen fronsen. Die titel verwijst namelijk naar tien dagen, terwijl de gebeurtenissen in de serie zich gedurende een veel langere tijd afspelen. En ze hebben sowieso niets van doen met Boccaccio's verhalen. Pier Paolo Pasolini faalde al in de verfilming daarvan door te lomp te werk te gaan, maar deze Netflix-content voelt al helemaal onbeholpen. De sfeer lijkt in geen enkel opzicht op die van de zogenaamde inspiratiebron.
Boccaccio's verhalen etaleren een grote weelde, levenslust en speelsheid. Ze zetten de mensheid neer als klunzige dieren en ja, zijn helaas te vaak ook misogyn geladen. Maar de serie gaat in plaats van humane komedie (een bekende bijnaam van het werk) meer voor ruwe grappenmakerij, voorzien van soapdrama wanneer willekeurige personages met elkaar in bed duiken. In plaats van de vrouwonvriendelijkheid van het bronmateriaal te confronteren, komt de platte schavuit Ruggiero als didactische karikatuur het landhuis onveilig maken. Zijn gedrag komt echter vooral geforceerd over.
Ruggiero's gekunstelde Italiaanse accent vormt een van de weinige herinneringen dat het geheel zich zou moeten afspelen in het middeleeuwse Toscane. Villa Santa komt namelijk meer over als het Britse Saltburn, maar dan met een overdaad aan kaarsen en vuurschalen in plaats van elektrisch licht. Welke van de vier bedienden de hele dag bezig is door het gebouw te lopen om alles aan te steken, blijft echter onbelicht, noch waar al dat verse voedsel steeds vandaan komt. Of hoe mensen kunnen ademhalen als ze met een fakkel door een dichte ruimte lopen.
Wat deze onrealistische aspecten mogelijk zou kunnen vergeven, is de kluchtige opzet en de vele abrupte wendingen die personages tegen hun karakter in afdwingen. Zosia Mamet (Girls) en Tony Hale (Arrested Development), als respectievelijk de verwende edelvrouw Pampinea en de manische hofmeester Sirisco, vallen in ieder geval op in hun krampachtige pogingen tot schertsvertoningen. Maar opeens kennen de typetjes ook beslommeringen en volgt na een enkele grap weer ellenlang drama, dat vals aanvoelt door alle inconsistentie. Zo moet de seksuele bevrijding van de vrome Neifile leiden tot zowel humor als sentimenteel drama met haar man Panfilo.
Daarbij vertoont de regie weinig gevoel voor verteltijd of het positioneren van de acteurs. De groep staat vaak als samengeraapt zooitje rond elkaar, terwijl de villa en de omgeving zo scherp in beeld komen als een influencer die voor sociale media zou opnemen. Verder doen ook de eclectische muziekkeuzes (Type O Negative, Pet Shop Boys) afbreuk aan het middeleeuwse uitgangspunt. In een opzichtige knipoog naar de coronapandemie krijgt de pest af en toe wat aandacht, met een domme verwijzing naar mondneusmaskers wanneer dokters met bloemetjes in de neus rondlopen.
Uiteindelijk komt er maar een willekeurige vijand de villa bedreigen, want de groep edelen en bedienden zelf kent te weinig aanknopingspunten voor zowel duistere komedie als drama. Hoe Boccaccio dit alles heeft geïnspireerd blijft een raadsel. Laten we hopen dat Netflix in de jacht op content de superieure eeuwenoude literatuur van Chaucer, Cervantes en Rabelais met rust laat.
The Decameron is te zien bij Netflix.
Interesse om voor ons te komen schrijven? Wij zijn op zoek naar freelance redacteuren.
Ben jij van plan om The Decameron te gaan kijken?
-
Ja
-
Nee