Recensie Netflix-serie 'Kaala Paani'
Intrigerend verhaal over hoe de mensheid de natuur niet in de hand heeft.
Dat de coronapandemie genoeg inspiratie heeft geboden voor nieuwe verhalen blijkt wel uit Kaala Paani. De makers van deze serie koppelen het thema van een virus dat zich razendsnel verspreidt aan een bijzondere eilandengroep die tot India behoort: de Andamanen en Nicobaren, een archipel in de Golf van Bengalen. Een zeer geschikte setting voor een verhaal over de uitbraak van een besmettelijke ziekte, want het toeristische gebied is vele kilometers verwijderd van het vasteland. Een perfect recept voor paniek dus, want niemand kan een kant op.
De titel heeft een tweeledige betekenis. In de tijd van de Britse bezetting werd de archipel namelijk gebruikt als gevangenis, genaamd Kalapani. Deze term wordt door de Indiase bevolking nog altijd gebruikt om een afgesloten plek aan te duiden. Erg toepasselijk dus voor een eiland waar na de uitbraak van een even dodelijke als besmettelijke ziekte niemand meer op of af mag. Maar Kaala Paani betekent ook 'zwart water' en die betekenis is eveneens zeer toepasselijk. Al snel blijkt namelijk dat de ziekte, met als opvallend symptoom zwarte uitslag in de nek, zich verspreidt via het net aangelegde waterleidingsysteem.
Dat de makers alles goed doordacht hebben blijkt niet alleen uit de titel. Kaala Paani zit verrassend sterk in elkaar en bevat plotlijnen die naadloos op elkaar aansluiten. Diverse terugblikken zorgen voor nieuwe informatie en geven het verhaal extra diepgang. Zo blijkt toeristengids Chiranjeevi een verrassende connectie te hebben met de inheemse bevolking waar hij een afkeer van heeft, die mogelijk verklaart waarom hij immuun te zijn voor de ziekte.
Het verhaal wordt dan ook steeds interessanter. In de eerste aflevering lijkt er bijna te veel informatie te worden gegeven. De vragen hoe de ziekte zich verspreidt en waar deze is ontstaan worden namelijk direct beantwoord, terwijl menig andere serie voor dergelijk vraagstukken zonder aarzelen een heel seizoen uittrekt. De makers van Kaala Paani komen meteen tot de kern en gebruiken de resterende afleveringen om meer context en diepgang te creëren.
Niet alleen het verhaal zit goed in elkaar, ook technisch valt er weinig aan te merken. Zo wordt de vader van de kleine Kaddu bijvoorbeeld in de jungle aangevallen voor een slang die nauwelijks van echt te onderscheiden is. Bovendien gaan de verschillende camerastandpunten mooi vloeiend in elkaar over. Spannende of emotionele momenten, en daar zijn er gezien de hoge dosis drama meer dan genoeg van, worden ondersteund door passende muziek. Kaala Paani zal dan ook menig hart weten te raken met zowel vele tragische als hartverwarmende gebeurtenissen.
Het slot laat nog genoeg te raden over. Het zou het einde van het verhaal kunnen betekenen, maar schept meer dan genoeg mogelijkheden om de serie voor te zetten. Want hoe ontwikkelt de ziekte zich verder? Wat gebeurt er met de inheemse bevolking? En wordt de rest van de wereld deze dodelijke ziekte bespaard? De makers blijven de antwoorden op deze vragen voorlopig nog even schuldig.
Naast vermaak lijkt Kaala Paani ook een les mee te geven: wij kunnen met onze wetenschap heel veel, maar we zullen het niet altijd winnen van de natuur. En als de rust van de natuur verstoord wordt om aan de hebzucht van de mensheid te kunnen voldoen, kan het weleens zo zijn dat de natuur ons drie keer zo hard terugpakt.
Kaala Paani is te zien bij Netflix.