'Iwájú': kleurrijke toekomst blaast een frisse wind door de stoffige Disney-collectie
In een futuristisch Lagos leert een modern prinsesje de wonderen en gevaren van een nieuwe wereld kennen.
De animatietak van Disney wist al wonderlijke verhalen te vertellen over de verste uithoeken van de wereld, maar met zijn nieuwste serie doet de Amerikaanse droomfabriek iets nieuws: in plaats van zelf over Nigeria te vertellen, mogen Nigeriaanse makers hun eigen toekomst verbeelden. In Iwájú, Disneys eerste samenwerking met een externe studio in honderd jaar tijd, bloeit een Afrofuturistische metropool op. Maar daarin blijkt niet alles een sprookje te zijn zoals in de Disney-klassiekers.
Hoofdpersonage Tola is misschien wel de koppigste bewoner van heel Lagos. Als tienjarige voelt ze zich al klaar om de stad te ontdekken. De wereld die zij beleeft is zorgvuldig gecreëerd door haar steenrijke vader Tunde, die het ouderwetse beeld van de verstrooide uitvinder updatet met AI en blockchaintechnologie. Zijn enige kind houdt hij veilig afgesloten op een eiland omringd door technologische snufjes die als haar speelmaatjes moeten dienen. Maar van deze techno-utopie is elders in Lagos weinig te merken.
De makers blijken er niet vies van om in het verhaal de schrijnende verschillen in Lagos aan te wijzen. Op het vasteland van Lagos strekken de sloppenwijken zich uit. Tola's vader komt hier oorspronkelijk vandaan, maar heeft zijn armoedige verleden de rug toegekeerd en slooft zich nu uit om zijn targets te halen. Wie zich ook kapotwerkt is Kole, Tola's tuinier en beste vriend. Alles begint mis te lopen wanneer een groep criminelen hem op de schouder tikt om dichter bij het rijkeluiskind en het geld van haar vader te komen.
Tola verkent de kleurrijke kanten van de stad gedurende haar avontuur, waar op verfrissende wijze de vele mogelijkheden van technologie in beeld worden gebracht. Door de ogen van een kind zien we de armoede en de vooruitgang, grote klassenverschillen en echte vriendschap. Het zijn moeilijke thema's, maar met pakkende dialogen en een geweldige prestatie van de stemacteurs weet de serie alles tot een helder geheel te smeden. Met een verrassende lijfwacht aan Tola's zijde zijn er zelfs enkele actiescènes om de afleveringen wat meer pit te geven, met helaas een minder overdonderende soundtrack eronder.
Het is een verademing om in de serie een ander Engels accent te horen dan het eeuwige Amerikaans of correcte Brits. Er komt ook wat Yoruba en Pidyin langs, wat niet altijd te volgen is maar de serie wel karakter geeft. Duidelijk zitten er mensen aan de knoppen die zelf de Nigeriaanse cultuur begrijpen en beleven. Tola is daarmee overduidelijk geen modern prinsesje dat naar een nieuwe setting is gekopieerd, maar een stoer meisje dat van wanten weet. Verwend blijft ze nog altijd wel, maar dat valt te verwachten van dochters van koningen en miljonairs.
Iwájú, 'toekomst' in het Yoruba, blaast een frisse wind door de stoffige Disney-collectie en biedt een optimistische, maar kritische kijk op de toekomst van Nigeria. Het is lovenswaardig hoe de makers trouw zijn gebleven aan de Disney-formule en toch het verhaal een eigen draai hebben gegeven. De korte afleveringen zijn zo af te tikken, maar terwijl ze langzaam in elkaar overlopen doemt wel de vraag op of Iwájú niet beter een film had kunnen zijn. Een geslaagd verhaal van Afrikaanse bodem, maar nog niet geheel een geslaagde kinderserie.
Iwájú is te zien bij Disney+.