'Tour de France: Au Cœur du Peloton' seizoen 2: meer van hetzelfde spektakel
Ook dit seizoen kijkt rap weg, maar wielrennen is meer dan een opeenstapeling van valpartijen en dopinggeruchten.
Van de etappeoverwinning van Wout Poels tot de inzinking van Tadej Pogacar, en van de 'bovenmenselijke' tijdrit van Jonas Vingegaard tot de gemiste winstkans voor Wout van Aert: de Tour de France van 2023 was er weer een om te herinneren. Net als in het eerste seizoen brengt Tour de France: Au Cœur du Peloton op geanimeerde, maar daarmee ook opgeklopte wijze de editie van een jaar geleden in beeld. De mengeling van hoogtepunten uit de koers en bepalende momenten achter de schermen zijn een adrenalinerijk opwarmertje voor de komende Tour, die op 29 juni van start gaat.
Lang niet alle kijkers van de serie (en de Tour) zullen het volledige wielerjaar door aan de buis gekluisterd zitten. Bij het eerste seizoen was dan ook de vraag hoe de sport in een Netflix-serie over zou komen. Een kritiekpunt was toen dat de afleveringen te sterk gedramatiseerd waren. In dat kader biedt seizoen twee meer van hetzelfde. Wederom kijken de afleveringen rap weg, maar ogen ze ook als een geraffineerde upgrade van de trailer: een spectaculaire cocktail van valpartijen en dopinggeruchten.
Als de makers aan een renner uit een andere ploeg vragen of hij denkt dat Vingegaard doping gebruikt, gaan ze een domme grens over. Het internet loopt hoe dan ook wel over van de speculaties, daar hoeft deze serie niet aan bij te dragen. Op te veel momenten bevestigt Tour de France: Au Cœur du Peloton de vooroordelen die de sport nog altijd boven het hoofd hangen: dat de grootste wedstrijden van het koersseizoen een opeenvolging zijn van valpartijen en dopingrellen.
Dat laatste vooroordeel is kwalijker dan het eerste, want de actualiteit leert helaas dat er regelmatig massale valpartijen plaatsvinden (begin juni nog, in een vaste voorbereidingswedstrijd op de Tour). De vraag is dan vooral hoe je als seriemaker met dat gegeven om wilt gaan. Er schuilt een treurige ironie in de balans tussen de inhoud en de montage van het tweede seizoen: de makers blikken met ernst en respect terug op een valpartij die de Tour de France van 2023 mede tekende, maar maken vervolgens niet de logische vertaalslag naar een minder spektakelgerichte beeldregie.
Het kan niet waar zijn dat een interview rond de dood van Gino Mäder – in een voorbereidingskoers op de Tour gevallen tijdens een lastige afdaling – wordt opgevolgd door een flitsend fragment van een andere renner die over de vangrail klettert. Niet dat valpartijen in een serie als deze überhaupt niet getoond zouden moeten worden, maar de tactloze uitwerking is problematisch. Net als in seizoen één passen de pompeuze achtergrondmuziek en de nodeloze herhalingen niet bij de gevaren die, zo bleek dit voorjaar meermaals, constant op de loer liggen.
De afleveringen van het tweede seizoen zijn op hun interessantst als we de renners volgen die het niet konden waarmaken. De Australiër Ben O'Connor zakte in de eerste week al door het ijs en moest daarna de moeilijke omschakeling van kopman naar knecht maken. Min of meer hetzelfde gold voor Tom Pidcock (in 2022 nog etappewinnaar op de Alpe d'Huez), die het aanmerkelijk lastiger vond om zijn beschermde status op te geven. Wanneer een ploegleider hem het nieuws komt brengen wendt de Brit zijn hoofd af en vraagt hij of de camera uit mag.
Met terugwerkende kracht bieden dit soort opnames boeiende context bij de (uitblijvende) prestaties van een zomer eerder. Door de toevoeging van geselecteerde teamradiofragmenten tijdens de Tour (vóór 2023 nooit publiek te horen) begint de prestigieuze wedstrijd steeds meer het karakter van een gelikte mediaproductie aan te nemen. De etappe-uitzendingen en het achter-de-schermenperspectief van Netflix beginnen elkaar dus al dichter te naderen, maar de inkijkjes in de ploegbussen en de hotels hebben nog altijd meerwaarde.
Wel wordt in de afleveringen vaak te snel geschakeld en missen de interviews lengte, alsof de makers vrezen voor afhakers als een renner of ploegleider langer dan twintig seconden aan het woord is. Opnieuw krijgt een stukje ironie de overhand: een serie voor de absolute wielerfanaten zal Tour de France: Au Cœur du Peloton waarschijnlijk nooit worden. Tegelijkertijd is Netflix nu eenmaal geen uithangbord voor nichemateriaal. De makers willen bovenal een gróter publiek bij de grootste wielerwedstrijd betrekken en wat dat betreft zullen ze vermoedelijk wederom in hun opzet slagen.
Tour de France: Au Cœur du Peloton is te zien bij Netflix.