'Hotel Cocaine': melodramatisch samenraapsel van 'Scarface', 'Studio 54' en 'The Shield'
Prima kijkvoer voor onvoorwaardelijke fans van het gangstergenre, maar een teleurstelling voor wie Boardwalk Empire of Gomorra verwacht.
Eind jaren zeventig was The Mutiny Hotel in Miami 'the place te be' voor gangsters en beroemdheden. Je kon er frequent Rick James, Stevie Nicks en de leden van Led Zeppelin aantreffen. De nachtclub van dit hotel werd bijna letterlijk gekopieerd voor Brian De Palma's Scarface en dat was niet zonder reden. De hoogtijdagen van het hotel liepen immers parallel met de toevloed aan cocaïne vanuit Colombia. Een geweldig gegeven voor een serie, denk je dan. Maar de ambities van Hotel Cocaine rijkten niet zo hoog.
De fictieve Roman Compte is zeker geen Tony Montana, ook al is hij eveneens een Cubaanse immigrant die er niet voor terugdeinst geweld te gebruiken. Maar je kan hem zeker geen koudbloedige gangster noemen; hij is meer een fixer. En dus zit hij op zijn plaats als manager van de Mutiny. Zijn leven komt in een stroomversnelling wanneer DEA-agent Zulio hem onder druk zet om in contact te treden met Nestor Cabal. Dat is niet alleen de grootste drugsdealer van Miami, maar ook Romans oudere broer van wie hij vervreemd is geraakt.
Zoals de regels van het gangstergenre voorschrijven raakt Roman meer en meer verstrikt in het misdaadmilieu. Wanneer de Colombianen menen dat ze de drugsmarkt in Miami kunnen overnemen, ontpopt hij zich tot de onwillige rechterhand van zijn broer. Maar Roman begint te beseffen dat de prijs die zijn dochter en vriendin moeten betalen weleens erg hoog zou kunnen zijn. Van de politie moet hij niets verwachten, want die volgen enkel de bevelen van de politieke machtshebbers in Washington op. En eind jaren zeventig was het Witte Huis meer gefocust op Fidel Castro dan op drugscriminelen.
Hotel Cocaine laat zich vlotjes bekijken, want er gebeurt genoeg om steeds benieuwd te blijven naar de volgende aflevering. Maar origineel is het allemaal niet. Je hebt die intriges vol verraders, meedogenloze tegenstanders, psychopathische huurmoordenaars, femmes fatales en constant snuivende cokeheads al vaker gezien. De serie had frisser kunnen zijn door het reilen en zeilen van de Mutiny wat meer uit te lichten. Maar met uitzondering van een nevenplot over Burton Greenberg, de eigenaar van het hotel, en sfeershots van feestvierders in de nachtclub, kom je weinig te weten over wat het hotel nu zo bijzonder maakte.
Showrunner Chris Brancato lijkt vooral geïnteresseerd in een vlotte vertelling om zijn publiek zo lang mogelijk aan zich te binden, zoals hij eerder al deed met Godfather of Harlem en Narcos. Wel probeert hij de fictie wat te doorbreken door wat van de historische werkelijkheid te injecteren. Maar het aantreden van bekendheden als Rick James en Hunter S. Thompson volstaat niet om het niveau van de serie te verheffen boven dat van een stripverhaal. De meeste dialogen klinken ongeïnspireerd en personages reageren vaak ongeloofwaardig, zoals in clichématige gangsterseries.
Ook qua casting is de serie geen hoogvlieger. Danny Pino heeft niet het charisma waardoor je gelooft dat Roman al koorddansend alles voor elkaar kan krijgen. Hij wordt echter niet geholpen door het schrijfwerk. Nevenpersonage Burton Greenberg is immens veel interessanter: ongebalanceerd, neurotisch en hedonistisch. Allesbehalve kleurloos dus. Maar hoe zwak bepaalde aspecten van Hotel Cocaine ook zijn, je blijft toch kijken. En je wordt ook een beetje beloond. Want de laatste twee afleveringen bevatten enkele leuke wendingen.
Hotel Cocaine is te zien bij Canal+.