'Hein': de kwalitatief hoogstaande Nederlandse jeugdserie is verre van dood
Innemende mix van drama, komedie en een vleugje eng met een keur aan grote Nederlandse acteurs.
De dood is zo onlosmakelijk verbonden met het leven dat we er vreemd genoeg liever niet over nadenken. Vaak staan we bij het verliezen van een dierbare vooral stil bij onze eigen gevoelens en gemis. Hoe de dood ook zijn weerslag kan hebben op de nabestaanden en dat er ook gewoon een boel geregeld moet worden bij een overlijden bleek wel uit het meer dan voortreffelijke Six Feet Under. Een van de beste dramaseries ooit belichtte het onvermijdelijke vanuit verschillende emotionele invalshoeken.
Volwassenen doen zelf al tamelijk angstig en krampachtig wanneer het de dood betreft, maar het uitleggen aan kinderen vinden ze nog een tandje ingewikkelder. Het regent dan ook eufemismen als we ons kroost moeten vertellen dat oma er niet meer is of dat papa niet meer wakker wordt. Waarom eigenlijk? Natuurlijk is er het gebrek aan voorstellings- en bevattingsvermogen van de allerkleinsten, maar vanaf een jaar of zeven, acht is een kind prima in staat de dood te doorgronden.
Jeugdseries over dit onderwerp zijn schaars. Dat de dood echter niet iets is om bang voor te zijn en ook voor de overledenen niet altijd makkelijk te accepteren blijkt wel uit het achtdelige Hein. De uit de stal van de makers van Brammetje Baas en De Regels van Floor afkomstige miniserie combineert op vernuftige wijze drama, lichte komedie en een bovennatuurlijk tintje, afgedekt met een niet te versmaden feelgoodfactor.
Centraal staat de elfjarige Hein die een moeizame relatie met vader Menno onderhoudt. De twee zien elkaar veel te weinig want Menno is veel te druk met het ontwikkelen en slijten van een virtual-realitybril. Wanneer het slecht gaat met zijn opa, die hij overigens ook nauwelijks kent, wordt Hein door zijn vader in de zomer meegezeuld naar het domein van zijn grootvader. Opa Johannes runt namelijk een begraafplaats. Wanneer de oma van de muzikale Dewi overlijdt blijkt Hein in staat geesten te zien. Maar alleen de doden die nog iets af te handelen hebben voor ze eeuwige rust kunnen vinden.
De opzet van de serie, geschreven door Martijn Hillenius en geregisseerd door Anna van der Heide, is slim en aanstekelijk. Naast een grote rode draad, waarin Hein steeds meer naar zijn vader en opa toegroeit, bevat ook elke aflevering een afgerond verhaal. Of het nu een oliebollenbakker is die stikt in zijn eigen baksel of een stoere motorrijder die door een van zijn bendeleden van kant is gemaakt: allemaal zadelen ze Hein op met de taak uit te zoeken hoe het zit of nog iets voor ze af te sluiten.
De serie kent een keur aan grote namen, variërend van (het zal eens niet) Frank Lammers tot Pierre Bokma en van Martijn Fischer tot Georgina Verbaan. De grootste prestatie van Hillenius is dat hij zijn jeugdige doelgroep niet onderschat. Zo is het prima dat een van de motorbendeleden heimelijke gevoelens voor de vermoorde leider heeft. Broodnodige diversiteit is op een dermate kunstige wijze verweven met de verhaallijnen dat het nergens geforceerd aandoet. Dit is immers 2024.
Vaak wordt er geklaagd dat er in ons eigen land geen hoogstaande jeugdproducties meer worden gemaakt. Hein bewijst meer dan het tegendeel. De kindacteurs mogen dan niet allemaal even goed acteren - waarbij hoofdrolspeler Brandon River Coene veel te wijs is voor zijn leeftijd is - dit deert echter geen moment. Daarnaast vormt Dertigers-actrice Eva Laurenssen als vrouwelijke tegenspeler van Benja Bruijning een prettige aanwezigheid.
Hein werd geschoten op diverse begraafplaatsen, waarbij de Algemene Begraafplaats in Baarn dienst deed als hoofdingang. De VPRO-serie ging in première op de recente editie van Cinekid en is vooralsnog beperkt tot een seizoen. Het zou een doodzonde zijn als het hier bij zou blijven!
Hein is te zien bij NPO Start.